Verwarmen door een stroomdraad in de kim en bevrijd worden van optrekkend vocht.

Hypocaustum:
De romeinen verwarmden destijds hun badhuizen door het toepassen van een hypocaustum.
Het hypocaustum bestaat uit een verhoogde vloer die van onderaf wordt verwarmd door middel van een oven. De vloer rust op kleine bakstenen kolommen. door deze verhoogde vloer kan de warmte zich onder de vloer verspreiden. De muren waren van holle bakstenen gebouwd zodat de warmte zich ook daardoor kan verspreiden.
Nieuwe ontwikkelingen
Recentelijk is ontdekt dat het gebruik van de technologie van een hypocaust ook nog in de middeleeuwen werd toegepast. Eerder ging men ervan uit dat deze techniek verdween na de val van het Romeinse Rijk. In de middeleeuwen is de techniek zelfs aanzienlijk verbeterd. In de veertiende eeuw werd de hypocaust uitgerust met warmteopslag. Deze warmteopslag creëerde men door bovenop de ondergrondse vuurkamer een stapel granieten stenen te leggen. Nadat het vuur was gedoofd, werden gaten in de vloer van de te verwarmen kamer geopend. De hete lucht stroomde de kamer in. Een stookbeurt in een hypocaust met warmteopslag was in staat om een ruimte dagenlang comfortabel houden.
Niet heel lang geleden zijn de oude principes als het ware herontdekt. Het blijkt dat het toepassen van een verwarming in de kim, het onderste gedeelte van de muur een zeer geschikte oplossing is voor veel voorkomende vochtproblemen. Dit geldt niet alleen voor monumentale panden maar zeker ook voor kleinschalige, maar ook grote nieuwbouwprojecten.
Het probleem:
De gevels van oude gebouwen staan meestal “koud in de grond”. In heel veel gevallen veroorzaakt dit koudebruggen en is dit de oorzaak van optrekkend vocht in een gebouw. Het optrekkende vocht veroorzaakt uitslag op gevels en binnenwanden, schimmels, condensatie en zoutmineralisatie en schade aan het stucwerk. veel vocht in een gebouw is vaak de oorzaak van een ongezond binnenklimaat.
het louter verwarmen en ventileren, door de aanwezige installaties, van gebouwen draagt in veel gevallen niet bij aan de oplossing van het vochtprobleem. Het is niet mogelijk om het optrekkende vocht permanent tegen te houden.
Kimverwarming wordt gezien als een duurzame oplossing.
Kimverwarming is rechtstreeks terug te voeren op de manier waarop de Romeinen hun badhuizen verwarmden, het hypocaustum.
Het effect van het hypocaustum was dat de warmte vanuit de muur afstraalde op de binnenruimte. Op deze wijze werd de binnenruimte gelijkmatig verwarmd. Het is van belang om niet de lucht te verwarmen, maar de massa. Hierdoor blijft de gebouwschil droog en krijgt vocht geen kans meer.
Het verbranden van grote hoeveelheden hout is niet duurzaam. Om die reden zijn er in de loop der tijd modernere varianten van deze wijze van verwarmen gezocht. Zo is in 1982 in Beieren onder de benaming ‘Temperierung’ een systeem van continue verwarming van de gebouwschil geïntroduceerd met behulp van water dat door leidingen in de wand wordt gevoerd. De kimverwarming is daarvan afgeleid, maar werkt met elektriciteit. Het systeem is ‘all electric’.
Aan de onderzijde van een muur,daar waar de wand aansluit op de vloer (de kim), twordt een 40 watts parallelle stroomdraad rondom in de voeg gelegd. Deze draad wordt voorzien van een constante temperatuur die tussen de 30 en 40 graden Celsius is. Deze draad straalt zijn warmte door naar zowel de wand als de vloer. De warmte blokkeert het optrekkende vocht en de kou. Ook verwarmt deze draad tegelijkertijd de muur en de vloer, die, op hun beurt, de warmte afgeven aan de lucht.
Aan de hand van de afmetingen van de ruimte wordt er bepaald of het nodig is om nog een tweede stroomdraad door de wanden te voeren. Dat gebeurt dan meestal op borsthoogte of ter hoogte van de onderkant van de ramen. De stroomdraden worden aangesloten op een regelunit. Het is nadrukkelijk de bedoeling dat de draden constant op temperatuur blijven. Door het vocht in de muur duurt het eerst relatief lang voordat die gevel op temperatuur is, maar als je daarna de juiste balans bewaart, kost dat veel minder energie om het geheel op temperatuur te houden. Dit in tegenstelling tot het telkens aan aan- en uitzetten van een cv-installatie. Kimverwarming is per saldo zuiniger dan conventionele verwarmingssystemen die een vloeistof als transportmedium hebben.